Het was nog net zaterdag als ik door de ruit naar buiten kijk. Het sneeuwt, zoals het de hele dag met korte tussenposes heeft gedaan. De meeste sneeuw van de dag is al aardig weggesmolten, vertrapt of kapotgereden door de auto’s en fietsen. Een nieuwe voorraad is dus niet verkeerd.
Opeens begint het harder te sneeuwen. Ook de vlokjes worden dikke vlokken. Tijd om naar buiten te gaan om een wandeling door de sneeuw te maken.
De wandeling
Teruggetrokken in de kraag van mijn jas en mijn pet diep over mijn hoofd geschoven begin ik aan wat een lange tocht wordt. Gezellig temidden van al die sneeuw. De kou valt mee, maar ik ben ook goed ingepakt. Mensen die op visite zijn geweest maken aanstalten om weer huiswaarts te keren. De ene maakt zijn auto volledig schoon, de ander vertrekt nadat de ruitenwissers op de voor- en achterruit een paar keer heen en weer hebben gewapperd. Het is glad op de rijweg waardoor er langzaam wordt gereden en bochten voorzichtig worden ingezet. Leuk!
Bij het oversteken van een zebrapad heb ik deze keer de auto’s maar voorrang gegeven. Remmen op besneeuwde wegen kunnen de nodige ongelukken met zich meebrengen. Aan de reactie van de bestuurder zie ik dat deze erg blij is dat hij niet hoeft te remmen.
Onderweg merk ik dat de voorkant van mijn jas volledig besneeuwd is geraakt. Na deze te hebben afgeklopt is mijn jas weer aardig schoon, voor zo lang het duurt.
Ongeluk
Zo heb ik ongeveer een uur gewandeld, mijn voetafdrukken in de sneeuw achterlatend. Thuis aangekomen bedenk ik om zondagmorgen vroeg nog een wandeling te maken in de vers gevallen sneeuw. Nu iss het tijd om naar bed te gaan.
Tijdens het tandenpoetsen hoor ik een harde klap voor de deur. Er ligt een een man languit op straat omringt door allemaal spulletjes. Zijn fiets ligt naast hem. Hij heeft een grote smakkerd gemaakt. Aan het spoor in de sneeuw is te zien dat hij best wel een aardig eindje is doorgegleden. De man kruipt vertrokken van de pijn omhoog, grijpend naar zijn heup. Strompelend raapte hij de voorwerpen op en stopt ze terug in de bak aan het stuur van zijn fiets. Dan stapt hij op zijn fiets om zijn weg te vervolgen. Het trappen gaat moeilijk.

Zondagmorgen vroeg
Om half zeven gaat de wekker. Nog wat duf stap ik uit bed. Ik doe de gordijnen open en alles ligt buiten bedekt onder een dikke laag sneeuw. Ik zie aan de voetafdrukjes dat een vogeltje een rare omtrekkende beweging op het dak heeft gemaakt. Waarschijnlijk net zo gek als ik om door de vers gevallen sneeuw te gaan lopen.
Na een warme douche heb ik me aangekleed en een eenvoudig ontbijt genuttigd. Buiten is het inmiddels licht geworden. Het moment is daar om mijn jas weer aan te doen en mijn pet op te zetten. De jas voelt nog vochtig van een paar uur daarvoor. De pet is droog.
Het eerste stuk van de wandeling gaat door vieze bruine sneeuw. Het is eigenlijk een samenklontering van het resultaat van de werkzaamheden van de strooiauto’s. Op een gegeven moment buigt de stoep af naar rechts en wordt de sneeuw witter. Jammer genoeg loopt er een stukje voor mij een man die zijn dagelijkse rondje doet met zijn hond. Ik kan de man wel achtervolgen, maar dat wil ik niet. Ik wil door de smetteloos, onaangetaste sneeuw lopen. Dus steek ik snel over om mijn weg op een andere plek te vervolgen.
Maagdelijk witte sneeuw
En daar is het. Een pad volledig bedekt met sneeuw. Alleen sneeuw. Geen voetafdrukken, of iets van dien aard. Ik neem de eerste stap in de nieuwe sneeuw. Ik hoor het krakend geluid van het indrukken van de sneeuw onder mijn voeten. Dit is leuk!
Al krakend vervolg ik mijn wandeling. Het pad loopt lichtjes omhoog. Onderweg wordt mijn pad gekruist door sporen van dieren die het bos bewonen. Volgens mij zie ik de voetafdrukken van eendenpoten. Ze lopen van de wegkant richting het bos. Op een andere plek heeft een kleinere vogel wat rondgescharreld tussen de begroeiing. Dit soort dingen zie je normaal niet.
Op een gegeven moment ben ik maar eens linksaf geslagen. Kijken wat daar te zien valt. Ik kom op een open plek waar een aantal banken staan. Ik maak een foto en loop rustig verder. Wat een stilte en rust. Ik sla weer af en zie voetsporen. Hmm, hier heeft al eerder iemand gelopen? Jammer…
…Ik ontdek dat het mijn eigen voetafdrukken zijn. Ik heb een groot rondje gelopen, hahaha. Grappig.
Ik draai om en loop weer terug naar de open plek met de bankjes. Er loopt een pad aan de andere kant. Daar ga ik naartoe en vervolg mijn weg. Alles is nog smetteloos wit. Er zijn stemmen hoorbaar als ik de parkeerplaats nader. Er staat een auto geparkeerd maar de mensen zijn niet aanwezig. Wel zie ik dat er voetafdrukken lopen vanaf de auto richting een pad iets verderop. Mijn tocht in het bos zit er voor nu op. Ik steek de weg weer over en loop richting huis. Daar doe ik mijn jas uit, zet een kopje thee en plof in de stoel. Ik zet de TV aan. Het is tijd om te luisteren wat Geert Wilders allemaal te vertellen heeft.
De foto’s







Ook handig
Het blijft altijd moeilijk om je door de sneeuw te begeven op de fiets. Wanneer je trek hebt in een vers croissantje op de zondagmorgen kun je natuurlijk ook naar de bakker gaan op je paard. Hahaha, wat een leuk gezicht.
